Introductie

Beheerders op het Simacan platform kunnen toegang krijgen tot de functie locatiebeheer in de Masterdata applicatie. Via deze functie is het mogelijk de lijst met locaties van de Simacan applicaties in te zien en te beheren.


Locatiebeheer openen en overzicht

Locatiebeheer is onderdeel van de Masterdata applicatie van uw Simacan omgeving. U benaderd deze applicatie via de URL die voor uw omgeving van toepassing is, volgens het sjabloon: https://<klantnaam>.masterdata.simacan.com.

U logt daar in met uw Simacan beheerdersaccount.

Vervolgens klikt u in de knoppenbalk bovenin op Locaties.



Op de getoonde pagina vindt u een overzicht van de locaties met daarbij de belangrijkste gegevens. U kunt zoeken op naam, plaats of adres om bij grote aantallen snel de juiste locatie te kunnen vinden.


Locaties toevoegen en verwijderen

Locaties worden toegevoegd op basis van de planning. Wanneer de locatie voor komt in een planning, dan wordt deze automatisch door het platform aangemaakt en toegevoegd (OTM5).


Locaties kunnen niet handmatig verwijderd worden. Deze locaties blijven onder meer nodig om historische ritten aan gekoppeld te houden. Wel is het mogelijk locaties inactief te maken. Dit kan via het locatiedetailscherm. Zie hieronder.


Uitleg per kolom

Naast de locatienaam, het locatietype en adresgegevens wordt er meer informatie getoond in het hoofdscherm. Er wordt bijvoorbeeld bijgehouden wat de zogenaamde ''hitrate'' is van een locatie. Dit betekent, hoe vaak wordt deze locatie bezocht per week, per maand of per jaar. Het is ook mogelijk om vervolgens daar op te sorteren, om bijvoorbeeld bij het controleren van Geofences eerst de meest bezochte locaties te bekijken:



Wat het plaatje hierboven ook laat zien is:

  • Of er een geofence handmatig is ingetekend
  • Of er een wegrijdroute (first mile) is ingetekend
  • Of er een aanrijdroute (last mile) is ingetekend
  • Of de locatie actief is
  • Wie de eigenaar van de locatie is in het Simacan platform


Locatie details

Door te klikken op een locatie worden er meer details getoond. Naast de adres details wordt er een map getoond met de locatie. Op deze map is ook de geofence te zien en is het mogelijk om in te zoomen.


Geofence

Een geofence is een gebied rondom een locatie. Het wordt gebruikt om aankomst en vertrektijden van een locatie te registreren tijdens de executie. Standaard wordt er door Simacan een geofence ingetekend met een cirkel rondom de locatie tot X meter (Configureerbaar). Voor meer informatie, zie de pagina 'stopdetectie'.


Nieuw geofence handmatig intekenen

  1. Bij locatie details, onder het kopje 'geofence', klik op het potlood icoontje.
  2. Klik op de kaart om de eerste punt te zetten.
  3. Verplaats de aanwijzer naar een andere locatie en klik nogmaals. Herhaal deze stap tot de gewenste vorm zichtbaar is.
  4. Klik op het eerste punt om geofence te sluiten.
  5. Klik op 'Save geofence' om de geofence op te slaan.


Geofence wijzigen

  1. Bij locatie details, onder het kopje 'geofence', klik op het potloodje.
  2. Je kan nu de geofence wijzigen:
    1. Je kan nu punten op de kaart verslepen.
    2. Klik met de rechtermuisknop op een punt om een punt te verwijderen.
  3. Klik op 'Save geofence' om de geofence op te slaan.


Tips bij het intekenen van een geofence

  • De heatmap op de kaart toont waar voertuigen stilstaan. De kleuren van de heatmap volgen de regenboogvolgorde, waarbij blauw het stilstaan het minst voorkomt en rood het meest voorkomt.
  • Bij het intekenen van de geofence, houd er rekening mee dat elk GPS punt die buiten de geofence valt nadat het voertuig al binnen is geweest, geregistreerd zal worden als vertrek.
  • Zorg ervoor dat je de geofence niet precies om de hekken van de locatie tekent, maar iets ruimer. GPS punten van voertuigen hebben soms wat afwijkingen waardoor ze buiten de hekken kunnen vallen. De heatmap geeft een idee waar deze punten zich bevinden.
  • Als het wachten bij een locatie wordt beschouwd als aankomst op die locatie, teken dan de geofence ook om die wachtlocatie heen. Als het wachten echter betekent dat een voertuig nog niet als aangekomen moet worden geregistreerd, maar als reistijd naar de locatie, teken dan de geofence niet om de wachtlocatie heen. Dit is vooral van belang bij het analyseren van de rijtijden en stoptijden nadat de rit is voltooid.


Een voorbeeld van een goed ingetekende geofence.
De geofence is netjes om alle GPS-punten getekend. Er zijn maar enkele punten die buiten de geofence vallen; zie de rode pijl in het figuur voor referentie. De vraag is of het voertuig al bij de locatie is of dat het toevallig in de buurt van de locatie stilstaat. Als het voertuig al bij de locatie is, zou de geofence ook deze punten moeten omvatten. Aan de andere kant, als het voertuig zich niet bij de locatie bevindt, moet deze punten ook niet binnen de geofence vallen.


Een voorbeeld van een matig ingetekende geofence.
Uit de heatmap blijkt dat er verschillende GPS punten van voertuigen buiten de geofence liggen, maar ook enkele punten net binnen de geofence. Zie de rode pijl onderaan in het figuur voor referentie. Hierdoor kunnen sommige voertuigen al als 'vertrokken' worden geregistreerd omdat hun GPS net buiten het geofencegebied ligt, terwijl andere voertuigen nog niet als 'vertrokken' worden geregistreerd omdat hun GPS net binnen het geofencegebied ligt. 


First en last miles: aanrijroutes


De last mile verwijst naar het laatste gedeelte van een route die wordt afgelegd om een locatie te bereiken. De first mile verwijst naar het eerste gedeelte van een route die wordt afgelegd om een locatie te verlaten.

Deze route zal worden gebruikt om de geschatte aankomsttijd (ETA) te bepalen in het Simacan platform. Deze route kan ook worden geëxporteerd naar apparaten zoals navigatie en boordcomputers. 


In situaties waar meerdere aanrijroutes mogelijk zijn, kunnen er meer worden aangegeven. Bijvoorbeeld, een route vanuit het noorden en een route vanuit het zuiden. In de planning wordt vervolgens de route geselecteerd die het beste aansluit op de vorige of volgende locatie. Als de vorige locatie zich bijvoorbeeld in het noorden bevindt, wordt de aanrijroute vanuit het noorden geselecteerd. 


Nieuwe first of last mile handmatig intekenen

  1. Bij locatie details, onder het kopje 'routes', klik op een van de "+" icoontjes.
  2. Vul een route naam in.
  3. Klik op de kaart op een locatie waar het startpunt van de route moet beginnen.
  4. Door het startpunt ingedrukt te houden, kan je dit startpunt verslepen.
  5. Klik op de route om een extra waypoint (via-punt) te zetten.
  6. Door dit waypoint ingedrukt te houden, kan je het verslepen.
  7. Klik op 'Save route' om de first of last mile op te slaan.


First of last mile wijzigen

  1. Bij locatie details, onder het kopje 'routes', klik op de bestaande first of last mile die je wilt wijzigen.
  2. Klik rechtsboven op 'Edit route'.
  3. Nu kan je deze first of last mile wijzigen:
    1. Klik nu op de kaart om extra waypoints te zetten.
    2. Klik (met de linkermuisknop) op een waypoint om deze te verwijderen.
    3. Versleep het startpunt door deze ingedruk te houden.
    4. Verander de route naam.
  4. Klik op 'Save route' om de wijziging op te slaan.


Tips voor het intekenen van first of last miles

  • Voeg de kaartlaag 'Restrictions' toe: linksboven op de kaart vind je een check box om de kaartlaag toe te voegen. Deze kaartlaag toont alle bekende restricties. Deze houdt geen rekening met uitgezonderd bestemmingsverkeer. 
  • Maak de ingetekende routes niet te lang: Onthoud dat de uiteindelijke route, vanaf de vorige locatie naar de volgende locatie, altijd de volledige ingetekende route zal bevatten. Als de afstand tussen twee opvolgende locaties 1 km is, en de ingetekende aanrijroute is 5 km, dan zal de uiteindelijke geplande route via Simacan minstens 5 km zijn. 
  • In het geval van meerdere routes voor de first en last miles, teken al deze route opties in. 
  • Teken voldoende waypoints in en plaats ze duidelijk op de weg. Alleen deze ingetekende waypoints worden namelijk doorgestuurd naar de apparaten in de cabine, echter niet de exacte route. De apparaten zullen vervolgens zelf een route bepalen tussen de aangegeven waypoints. 
    • Zet voldoende waypoints zodat het apparaat geen andere route kan creeren dan de route die Simacan toont. 
    • Wees secuur in het plaatsen van de waypoints. Waypoints dichtbij kruizende wegen, of waypoints tussen twee verschillende wegen kunnen zorgen dat het apparaat een andere route creeert dan de route die Simacan toont. Het apparaat plaatst de waypoint bijvoorbeeld op weg A, terwijl Simacan de waypoint op weg B toont. 
  • Bekijk informatie over bestaande first en last miles. Klik op een bestaande first of last mile om informatie te bekijken zoals wie het heeft aangemaakt en welke restricties het voertuig kan tegenkomen op deze route.